Traditionele werkkleding uit Groningen

Traditionele  "manchester" werkkleding,
franse wollen werkjasjes en herderscapes,
moleskin pocket werkjasjes en grandfather shirts.
  

Harry Hensen, voormalig eigenaar van "het vakkledinghuis Groningen" vertelt in een kort filmpje over de geschiedenis van deze kleding in Groningen

 Menigeen zal nog nooit gehoord hebben van het woord stuutsiekoorn, maar de echte Groninger weet waar het over gaat. Stuutsiekoorn is de Groningse vertaling voor ribfluweel, ook wel manchester of corduroy genoemd. Een fabricaat waarbij je misschien gelijk moet denken aan vroeger: aan opa’s roestbruine broek met 'heupzelen' (bretels) en de donkerkleurige colberts met suède ellebooglappen. Waarschijnlijk was opa’s voorliefde voor ribfluweel nog iets van uit zijn jeugd. Toen corduroy nog gebruikt werd voor werkkleding, gedragen door de land- en fabrieksarbeiders.

Van manchester naar stuutsiekoorn

Interieur firma Goes, Stadskanaal. - Foto: particuliere collectie Marianne Goos

Ribfluweel of stuutsiekoorn is meestal een katoenen poolweefsel met een vleug. De ribbels in de lengte van deze stof ontstaan na het doorsnijden van de lussen die gevormd worden door de extra inslagdraden. De ribbels van de stof kunnen verschillend van breedte zijn van fijn tot grof: babyroy, tinneroy, corduroy en manchester. De stofnaam is omstreeks 1858 bedacht door een vindingrijke man in Manchester, Engeland. Waardoor hij geïnspireerd was is onduidelijk.

Van oorsprong werd ribfluweel verwerkt in werkkleding voor de arme landarbeiders, ambachtslieden en fabrieksmedewerkers geweest. Zo ook in Groningen. Een bekend begrip zijn de zogenaamde kiepkerels, Noord-Duitse marskramers die  van de 17de tot begin 20ste eeuw door Noord-Nederland trokken. Hun koopwaar vervoerden ze op hun rug in een mand (in het Nedersaksisch Kiep genoemd).  De kooplieden verkochten ook vaak stoffen, waarvan ribfluweel er eentje was. In het lied De Kiep’n Kerel uit 1949 zingt George Petzinger (van het Pekelder duo De Zwagers) over het koopwaar van de kiepkerel:

'…hozen, stuutsiekoor, wetstainen;
wat je ook zuiken, altied keur;
en ik vroag hoast niks doarveur.'

Een jongen in stuutsiekoorn kleding, 1914. - Foto: T. Post, www.beeldbankgroningen.nl (818-2413)
Een jongen in stuutsiekoorn kleding, 1914. - Foto: T. Post, www.beeldbankgroningen.nl (818-2413)

Onverslijtbare kwaliteit

Een grote fabrikant van stuutsiekoorn stoffen was  Gebroeders van Heek, gevestigd op het Schuttersveld in Enschede. Zij pikten eind jaren twintig de nieuwe mogelijkheden op van de manchester stof. Waren het eerst de midstreep en thicksetrib met de belangrijkste manchester cordkwaliteiten, al snel kwamen er zachtere en fijnere stoffen voor de vrouw voor een lichte en elegante look.

In Nederland en in Groningen waren er naaiateliers en kledingmakers die stuutsiekoorn verwerkten in kledij. Firma Goes in Stadskanaal was zo’n naaiatelier die ribfluwelen jassen en pakken vervaardigde. In het kledinglabel stond de afkorting GS genoemd: Goes Stadskanaal. Maar de afkorting was ook bedoeld als onverslijtbaar kwaliteitsmerk: GS voor Geweldig Sterk.

In de mode

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw waren het de linkse politici, welzijnswerkers en opbouwwerkers die stuutsiekoorn droegen. Groninger politici  als Jacques Wallage en Fré Meis werden  eind jaren zestig  vaak gezien in ribfuwelen broeken en  pakken. De sociale factor en de binding met het gewone volk speelt hier mogelijk ook een rol in. Vanaf de jaren zeventig werd ribfluweel onder de naam corduroy een modieus begrip en werd de stof toegepast in trendy broeken en jassen. Door de jaren heen bleef corduroy een begrip en werd het veel door jongeren in de alternatieve scene gedragen.

In 2012 meldt het Nederlands vakblad voor textiel Textilia dat corduroy hard bezig is met een comeback. Vooral baby-rib en de ‘heritage’ ofwel de vintage look blijkt populair. In Groningen worden nog altijd authentieke stuutsiekoorn kleding van het merk Le Laboureur verkocht bij het Vakkledinghuis in de Oude Ebbingestraat. Hier wordt het vaak niet meer als werkkleding aangeschaft, maar als een lifestyle artikel. De modernere variant corduroy is onder meer verkrijgbaar bij de trendy kledingzaak Simsalabim, gevestigd in de Folkingestraat in de stad.

Weetjes

De weefstof manchester, gekenmerkt door zachte ribbels in de lengterichting met een vleug, komt uit de gelijknamige Engelse stad. Hier werd de stof vroeger veelvuldig gefabriceerd. In het Gronings heet de stof ook wel ommejas. Deze naam verwijst naar een andere stad: de Noord-Franse stad Amiens. Manchester heet in het Gronings mesester en een andere naam voor manchester is corduroy. En om het nog iets ingewikkelder te maken: Corduroy staat in het Gronings bekend als:stuutsiekoor(n), konnerstuutsiekoor(n) of striepsiekoorn.

Andere Groningse, maar ook Drents verwante benamingen van corduroy zijn tinneroy (fijnere uitvoering, ook wel baby-rib), (s)triepkoor (trijpkoorden) of koorstreep. Koor’ is afgeleid van koord, of ribbel, een geribbelde stof waarbij de ribbels heel dicht tegen elkaar aanliggen. Deze zware ribbelstof van katoen heet ook wel constitutiekoord, vandaag de naam stuutsiekoor of konnerstuutsiekoor. In het Engels betekent constitution ‘samenstelling’. Er wordt beweerd dat de naam corduroy een verbastering is van het Franse ‘corde du roi: De geribbelde kledij van de Franse koning. In de tijd van de Franse koningen (tot 1789) zou corduroy een exclusieve stof zijn. Echter de benaming ‘corde du roi’ is nooit echt een begrip geweest in Frankrijk. De stof heet hier 'velours côtelé' oftewel ribfluweel.